
De veelbesproken Gravity van Alfonso Cuarón, de regisseur van Children of Men en de derde Harry Potter film, was ik van plan in om de bioscoop te ervaren, maar dat is er niet van gekomen. Recensies beweerden namelijk dat het prachtige beelden bevat die op groot scherm goed tot zijn recht komen. Daar kan ik het zeker mee eens zijn, maar het verhaal is minder sterk.
Ryan (Sandra Bullock) is een technicus die samen met astronaut Matt (George Clooney) in een ruimtemissie enkele reparaties moet verrichten wat zich circa 350 kilometer boven de aarde bevindt. Door pure pech komen ze terecht in een ‘storm’ van ruimteafval waardoor ze losgekoppeld raken van het station. Met beperkte brand- en zuurstof proberen ze een manier te vinden om terug te keren op aarde.
Wat meteen opvalt is het aantal acteurs (enkel Bullock en Clooney), de lange shots en uitgestrekte beelden van het heelal. Doordat Cuarón erg goed heeft opgelet op de natuurwetten (geen geluid in de ruimte, geen boven en onder, de aparte vorm van vuur en water) krijg je als kijker duidelijk mee hoe verwarrend de omgeving is. Hoewel je zou verwachten dat astronauten een flinke training krijgen lijkt Ryan het nog niet volledig onder de knie te hebben, wat soms wat irritatie opwekt. Keer op keer maakt ze dezelfde fouten en telkens weet ze weer nét uit haar benarde situatie te komen; de film valt dus in herhaling. De eindclimax maakt echter een hoop goed, want daar worden alle special effects uit de kast getrokken. Zonder de fantastische visuals had de film het niet gered, wat Cuarón goed had ingeschat: in 2005 had hij al het idee voor deze film, maar er was nog geen goede technologie. Na Avatar in 2009 kon hij met speciale led-schermen in combinatie met green screens Gravity eindelijk filmen zoals hij in gedachten had. Dit maakt van Gravity echt een film van deze tijd, maar of het een klassieker wordt betwijfel ik.