Eerlijk is eerlijk: ’s avonds lig ik eigenlijk altijd op de bank met een serie of film. Bij uitzondering staat de televisie nog wel eens aan, maar ik denk dat we het er over eens kunnen zijn dat dat een uitstervend medium is. In ieder geval is mijn favoriete avondbesteding het kijken van een serie of film, maar wanneer kies je nou welke? Als je geen echte voorliefde hebt voor het één of het ander, dan ken je het dilemma vast wel. Die ene korte film nog even kijken, of toch nog twee afleveringen van Breaking Bad? Waar ga je je kostbare (ahum) tijd in steken? Een langlopende serie als Breaking Bad heeft het voordeel dat je altijd even een aflevering tussendoor kan kijken, maar het gevaar van binge-watching loert om de hoek. Voordat je het weet, heb je er al weer een half seizoen doorheen gejaagd. Een film is vrij afgebakend qua tijd, maar als die is afgelopen houdt het verhaal ook meteen weer op. En dan wil je alleen maar meer! Het is het wikken en wegen van voor- en nadelen.
Het is precies dit dilemma dat bij mij de vraag voortbracht: is er tegenwoordig eigenlijk nog wel zoveel verschil tussen serie en film? Natuurlijk loopt een serie veel langer door dan een film doet, maar als je vijf vervolgfilms achter elkaar zet en dat vergelijkt met één succesvol seizoen van een serie, dan is de verstreken tijd bijna gelijk. Bovendien is dezelfde structuur te herkennen: er is een hoofdlijn maar er wordt vooral aandacht besteedt aan de zijlijnen, de personages blijven terugkomen en de spanning wordt met pieken en dalen tot een hoogtepunt gebracht. Dat is dan vooral het geval met series die wat langer duren en een hoogbingewatchibility-gehalte hebben, zoals de recente producties van Netflix, en de blockbuster-films die gegarandeerd een enorme fanbase krijgen en meerdere vervolgen in de maak hebben.
Even een gedachte-experiment. Als series alleen maar langer worden (een gemiddeldeseason premiere duurt vaak al anderhalf uur, de lengte van een korte film) en films een serie-achtige structuur krijgen door de vele vervolgen, zou er dan ooit een kantelpunt komen? Een punt waarop series eigenlijk een film van 9 uur worden en lange films worden opgeknipt in stukjes? Eigenlijk gebeurt dat eerste al met Netflix’ series waarvan één seizoen in één keer online wordt gezet.
In de filmwereld zelf zien we ook al verschuivingen, want veel filmacteurs gaan in grote serieproducties te werk. Neem bijvoorbeeld Matthew McConaughey en Woody Harrelson in True Detective, of onze eigen Michiel Huisman die een aardige rol in Orphan Black en Game of Thrones te pakken heeft gekregen. Niet alleen het acteerwerk wordt steeds ‘filmischer’, ook de hele stijl van series verandert door grotere budgetten en groter publiek – mede mogelijk gemaakt door streaming internet diensten. Als je het mij vraagt spreken we over 5 jaar niet meer over series of films, maar over één en hetzelfde: verhalen. “Hey Jim, ben je dat nieuwe verhaal al aan het kijken?” “Nee ik ben nu bezig in een verhaal waar maar geen eind aan komt.” Het gaat niet meer om dat alleenstaande korte verhaal (alias ‘film’) of die wekelijkse verslaggeving van je favoriete politieduo (alias ‘serie’) maar over een volledig autonoom bestaand verhaal in de echte wereld, die binnen de beeldende media geen tijdsgrenzen meer kent. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de sociale media, waar personages net als echte mensen Twitteren over hun belevenissen in de fictieve wereld. Zo laat Frank Underwood bijvoorbeeld zijn mening weten over het corruptieschandaal bij FIFA. Verhalen spreiden zich uit over streaming video, bioscopen, sociale media en (strip)boeken.
Voorlopig zal ik ’s avonds nog de keuze moeten maken tussen film of serie, maar ik kijk uit naar de toekomst. Een toekomst waarin je wanneer je maar wilt en waar je ook bent, kan zien hoe fictieve personages leven in hun fictieve wereld. Want uiteindelijk is dat toch het doel van films en series: je laten onderdompelen in een wereld die gewoon veel interessanter is dan de echte wereld.