
In het horrorgenre heb je eigenlijk twee kampen: de enge films en de griezelfilms. In die laatste categorie zijn de films niet per se eng, maar is het meer een thriller met fantasie-elementen. Of, zoals Trolljegeren (Noors voor ‘trollenjager’) het doet: een griezelfilm over folklore. Zoals de naam al doet vermoeden gaat het hier om de Germaanse mythes van de trollen. Hoewel de premisse niet erg spannend klinkt, is Trollhunter verrassend leuk om te zien.
Gebracht als een found footage mockumentary gaan we met drie studenten journalistiek mee, die in een Noors gebied een documentaire maken over een mysterieuze man die wilde beren doodt. Wanneer ze eindelijk met hem in contact komen, blijkt dat hij helemaal niet jaagt op beren. Hij beweert trollen te doden. En inderdaad, al snel staan de studenten oog in oog met de lelijkste trol die je ooit hebt gezien – bij lange na niet de schattige trolletjes uit de sprookjes. Gedreven door journalistieke nieuwsgierigheid gaan ze mee met de trollenjager, met gevaar voor eigen leven.
Trolljegeren is zo’n typische Scandinavische film waarvan je weet dat Hollywood er over een paar jaar een ontzettend slechte remake van gaat maken. Maar de Noren hebben iets wat Hollywood niet heeft: gortdroge humor. In het straatje van Rare Exports wordt sprookjeshorror gecombineerd met (donkere) komedie. Trollhunter bevat een paar jumpscares, fantasy-achtige verbeeldingen van metershoge trollen (met verrassend goede CGI) en hier en daar een bloederige scène, maar echt eng wordt het niet. Het is de Noorse Jurassic Park met meer bloed. De film neemt zichzelf niet helemaal serieus, maar doet desondanks zijn best om het verhaal van ‘trollen bestaan’ geloofwaardig te maken – doch met een knipoog. De acteerprestaties zijn prima (ze zijn bijna allemaal bekende Noorse komedianten) en als de Noorse humor je niet bevalt kun je altijd nog naar de prachtige Noorse landschappen kijken, want de cinematografie ziet er prachtig uit.