
Adrien Brody is een acteur die je niet in grote blockbusters ziet, maar acteren kan hij wel. Sinds Splice zijn we best wel fan van ‘m. Wij stuitten per toeval op The Jacket, dat volledig aansluit bij ons onofficiële doel om alle tijdreisfilms te kijken. The Jacket is een combinatie tussen jaren 2000 psychologische thriller, tijdreizen en een vleugje romantiek.
Brody is Jack Starks, een veteraan die denkt dat hij ooit is gestorven op het slagveld maar wel springlevend is. Na een traumatische ervaring met een lifter wordt hij beschuldigd van moord en komt hij in een TBS kliniek terecht, omdat ze denken dat zijn geheugen niet goed meer is. Maar Starks weet het zeker: ik ben ooit dood gegaan en op een of andere manier leef ik nu weer. In de kliniek ondergaat hij een experimentele behandeling van dokter Becker (Kris Kristofferson) en krijgt hij flarden van herinneringen terug. Maar niet alleen van het verleden; ook van de toekomst. En die ziet er niet rooskleurig uit.
Als je The Jacket anno nu ziet valt meteen de kenmerkende visuele stijl van de jaren 2000 op: hoog kleurcontrast, associatieve beelden wanneer iemand gek dreigt te worden en bijzondere cameravoering. Een beetje de sfeer van Fight Club. Die stijl is extra aangezet omdat het verhaal zich eerst in 1992 afspeelt; in de wereld in 2007 ziet het beeld er een stuk strakker uit. Desondanks voelt het allemaal een beetje verouderd. Hoewel de cast bestaat uit een paar (inmiddels) flinke namen (Keira Knightly, Daniel Craig, Jennifer Jason Leigh) wordt er soms overgeacteerd. Maar bij Brody pakt dat goed uit: hij toont veel emotie en huilt de halve film, en voor een mannelijk hoofdpersonage is dat in Hollywood een zeldzaamheid. Het romantische zijpaadje is een beetje geforceerd (en dan te bedenken dat de cringe liefdesscène eerst veel langer was). De regie van The Jacket is objectief gezien gewoon niet zo goed, maar de film intrigeert wel. De losse eindjes moet je op de koop toenemen; het draait ten slotte om een tijdsparadox en logica is dan ook niet zo belangrijk.