
Een film van de Coen brothers herken je direct aan hun unieke visuele stijl en vreemde, uitvergrootte personages. In The Ballad of Buster Scruggs gaan ze terug naar één van hun favoriete genres: de western. Niet in de vorm van een epos als O Brother, Where Art Thou? maar als een serie van losse verhalen die een overkoepelend thema hebben: tragiek.
The Ballad of Buster Scruggs is daarom moeilijk te beoordelen op het plot. Zo is het eerste verhaal een westernkomedie waarin direct de vierde muur wordt doorbroken en Buster Scruggs, een Lucky Luke-achtige cowboy met ninjareflexen, je meeneemt in het leven van het Wilde Westen. Het tweede segment richt zich op een eenvoudige ruiter met veel pech, en even later volgt een verschrikkelijk tragisch verhaal over een rondreizend theaterduo. Elk verhaal kenmerkt cliché elementen uit westerns, maar met een ironische twist.
Maar maak niet de fout door de segmenten los te bekijken. In de anthologiefilm is goed nagedacht over de volgorde waarin de spanning heen en weer gaat tussen komedie, romance, shootouts, outlaws en fantasy. De titel verraadt het al een beetje: de serie is als een ballad en elk verhaal eindigt in meer of mindere mate tragisch. Om The Ballad of Buster Scruggs echt te kunnen waarderen moet je waarschijnlijk wel bekend zijn met het werk van de broertjes Coen; in deze film spelen ze meer met je verwachtingen over film en het westerngenre dan ooit. Het is dan ook erg knap gedaan hoe ze veel filmregels kunnen verbuigen en breken en toch nog een compleet verhaal neerzetten – verdeeld over zes segmenten met in elk andere acteurs. En natuurlijk zou het geen Coen-film zijn als de droge woestijnomgeving niet werd vergezeld door country zang. De broertjes leunen zo wel erg op hun eigen oeuvre, maar dat kan je ze niet kwalijk nemen. Het is wederom een magistraal stukje cinema.