
Lang voordat we in 2011 overdonderd werden door The Artist, een film over de heftige overgang van stille film naar zogenaamde talkies, was dit in de jaren 50 al een dankbaar onderwerp voor een groots musicalspektakel: Singin’ in the Rain. Alhoewel dit gouden oudje destijds slechts Oscarnominaties kreeg (in vergelijking, The Artist mocht voor zijn bespreking van dit thema 5 Oscars mee naar huis nemen) is dat zeker niet verdiend. Singin’ in the Rain zal je, 63 jaar na dato, inpakken met zijn komische vertelling van de ingrijpende verandering van techniek waar we inmiddels zo aan gewend zijn.
Don Lockwood (Gene Kelly, tevens regisseur en de Brad Pitt van de jaren 50) vormt samen met Lina Lamont (Jean Hagen) een romantisch filmkoppel die elke bioscoopvoorstelling doet uitverkopen en waar de tabloids van smullen. Het lijkt de formule voor jaren succes op het witte doek, ware het niet dat Don eigenlijk niks van Lina moet hebben, Lina een verschrikkelijk stemgeluid heeft en dat de mooie Kathy (Debbie Reynolds) er voor zorgt dat Don zich absoluut niet kan concentreren. Samen met zijn vriend Cosmo (Donald O’Connor) probeert Don er voor te zorgen dat zijn nieuwe gesproken film geen flop wordt, maar dat blijkt nogal moeilijk als je hoofdrolspeelster een diva zonder gouden strot is en het publiek engelengezang verwacht.
Een van de redenen waarom Singin’ in the Rain de tand des tijds heeft doorstaan is mijns inziens de humor en chemie tussen de hoofdpersonen. Vooral Kelly en O’Connor dollen wat af als boezemvrienden met een jaren 50 variant van Red Bull achter de kiezen. Ook de liedjes, waarvan je Make ‘em Laugh en Singin’ in the Rain ongetwijfeld al kent, zorgen voor komische intermezzo’s die het zes decennia later nog steeds heel goed doen. Bijzonder is dat Singin’ in the Rain al opvallend meta is voor zijn tijd: er wordt regelmatig oogcontact gezocht met de kijker (het zogenaamde doorbreken van the fourth wall) en terwijl Singin’ in the Rain refereert aan filmklassieker The Jazz Singer is ze inmiddels zelf een klassieker geworden als afsluitende samenvatting en persiflage van het musicalgenre uit de jaren 20/30. Singin’ in the Rain is dus bij voorbaat al een aanrader vanwege zijn geschiedenisles maar daarnaast vooral een komische musical waarbij je ouderwets wordt vermaakt.