
Een beetje cinefiel heeft ooit Memento gezien. De film staat bekend om de volgorde waarin het verhaal verteld wordt: achterstevoren. Het was een van de eerste films van Christopher Nolan en je ziet duidelijk waar zijn typerende, complexe manier van verhalen vertellen ooit begonnen is. Hoe het verhaal omgaat het tijd past perfect bij de plot, waarin de jongeman Leonard (Guy Pearce) een kortetermijngeheugen van maximaal een dag heeft.
Door overal polaroidfoto’s te plaatsen vertelt hij aan zijn toekomstige zelf wat hij moet doen. Volledig vertrouwend op zijn instinct volgt hij dat op, en de boodschap luidt: vind de moordenaar van je vrouw. Elke keer als hij een stapje dichterbij is noteert hij dat, na een paar uur reset plotseling zijn geheugen, leest zijn laatste opdracht en gaat door. Alles scènes zie je van achter naar voren, waardoor je met veel vraagtekens begint en langzaam ontdekt hoe Leonard terecht is gekomen waar het verhaal begon.
Om je een handje te helpen wegwijs te worden in al die informatie die je achterstevoren krijgt spreekt Leonard je aan met een voice-over, die soms later terugkomt mét beeld in het verhaal. Een flinke mindfuck dus, maar wel erg strak gemaakt. Deze unieke vertelvorm geeft ook de mogelijkheid om een extra twist aan de plot te geven, al is het verhaal an sich (gebaseerd op een kort verhaal van de broer van Christopher Nolan) ook gewoon erg sterk. Net als veel andere psychologische thrillers uit die tijd worden donkere en koude kleuren gebruikt, en is het tempo rustig maar gestaag. De tijdsgeest is extra nadrukkelijk aanwezig omdat het hier gaat om een wereld zonder mobiele telefonie en internet; in de huidige samenleving zou de film zich moeilijk kunnen afspelen. Memento laat je brein werken, schetst een interessant personage en heeft een sterke regie: dit is de psychologische thriller op z’n best.