
Er zijn weinig auteurs waar de meningen zo over verdeeld zijn als horrorkoning Stephen King. Ik kan zijn enorme oeuvre wel waarderen (al heb ik maar een klein deel gelezen) en toen In the Tall Grass op Netflix verscheen met een typisch King-sfeertje in de trailer was ik al snel verkocht. Een film van anderhalf uur over mensen die verdwalen in een veld vol hoog gras, alleen King weet dat spannend te maken.
De ongelukkige slachtoffers in dit verhaal zijn broer en hoogzwangere zus Cal en Becky. Tijdens een lange autorit door het verlaten landschap van Kansas komen ze langs een veld met metershoog lang gras, waar ze een jongetje horen roepen om hulp. Ze lopen het gras in om hem te zoeken, maar hem vinden doen ze niet. In tegendeel: ze raken verdwaald en op een of andere manier klopt er niets meer van hun richtingsgevoel. Bovendien zijn ze niet alleen in het gras.
In the Tall Grass is zo’n horrorfilm waarbij het niet uit maakt dat de personages oppervlakkig zijn zonder uitgebreid achtergrondverhaal. Toch leveren de acteurs prima werk af en zijn ze lang niet zo dom als in een gemiddelde slasher-film. Je vraagt je waarschijnlijk af hoe een film met alleen maar gras boeiend kan blijven, maar het is regisseur Vincenzo Natali (Cube, Splice) gelukt door de visuele kant heel sterk te maken. De camera zoeft door het veld en je wordt omgeven door ritselende bladeren en een sterke soundscape. De sfeer wordt steeds vreemder, duisterder en spiritueler naarmate het (ietwat magere) einde nadert. In the Tall Grass kijk je dan ook niet voor het verhaal, maar voor het sfeertje, de weirdness, en het puzzelen om enige logica aan te brengen. Want, kleine spoiler alert: het is eigenlijk een tijdreisfilm en lijkt wel een beetje op Triangle. En dankzij dat gepuzzel hoef je niet te verzwelgen in bevreemdende scènes en kan je ook met een afstandje van dit verhaal genieten. In the Tall Grass is geen King-meesterwerk, maar wel een leuke horror-flick voor tussendoor.