
Afgelopen jaar was er veel ophef over de film Love, van de Argentijnse regisseur en schrijver Gaspar Noé. Dat zou namelijk een verhulde pornofilm zijn en niets met echte cinema te maken hebben. Omdat ik wel in ben voor films die de grenzen opzoeken besloot ik eerst zijn eerdere werk Enter the Void te gaan kijken, die bij de première in Cannes een staande ovatie van 15 minuten kreeg. Eigenlijk is Enter the Void één grote drugstrip waar de kijker in wordt meegetrokken.
Het verhaal gaat over Oscar, een eenvoudige drugsdealer in Tokyo. Hij wordt door de corrupte politie doodgeschoten tijdens een drugsdeal en wat volgt is eigenlijk een reis van zijn ziel (of geest, spirit, trip of hoe je het ook wilt noemen). We zien door de ogen van zijn geest wat er gebeurt na zijn dood, maar ook hoe zijn leven aan hem voorbij flitst. Eigenlijk is Enter the Void onmogelijk uit te leggen zonder teveel te verklappen, want het is een film die je vooral zelf moet ervaren. Bovendien staan de visuele effecten boven alles: felle kleuren, fractals, stroboscopische lichteffecten en glow in the dark objecten geven zijn spirituele reis vorm. Ondanks die psychedelische trips – waarbij je in sommige scènes makkelijk 4 minuten naar een LSD-achtige visualisatie zit te kijken – is het verhaal wel goed te volgen. Je krijgt door de flashbacks steeds meer te weten over de personages, en dat laat je anders over hen nadenken. Het verhaal is vooral een grote metafoor voor drugsgebruik, boeddhisme en reïncarnatie.
Technisch zit de film ook prachtig in elkaar, met name het camerawerk. Omdat de hele film vanuit het oogpunt van de ‘geest’ van Oscar is geschoten bestaat de film eigenlijk uit één lang shot, en zie je het gezicht van de hoofdpersoon slechts éénmaal in een spiegel. De camera tuimelt zo soepel door de psychedelische ruimtes dat het je duizelig maakt, maar het zorgt er wel voor dat je je blik niet van het visuele spektakel kan afhouden. Na afloop zul je je waarschijnlijk enigszins gedesoriënteerd voelen, mede door de expliciete (seks) scènes. Enter the Void confronteert, maar zonder te shockeren. Met een lengte van ruim 2,5 uur zakt het tempo halverwege even in, wat in principe een minpunt is. Maar, als je Enter the Void bekijkt vanuit het perspectief van arthouse, dan is het zo erg nog niet. Het trage midden versterkt namelijk wel het overkoepelende thema van tijdloosheid. Enter the Void had in geen andere vorm kunnen verschijnen dan als film; als boek of comic zou het simpelweg nooit zo sterk zijn. Dat maakt van Enter the Void een must-see voor elke serieuze filmliefhebber.
Inderdaad een must-see voor de filmliefhebber. Wel is het een ervaring die ik niet nog een keer hoef te herhalen, maar interessant om een keer gezien te hebben.