
Vol verwachting liep ik op een druilerige donderdagmiddag de bioscoop binnen om Django Unchained te gaan kijken. Zou ie net zo goed zijn? Tarentino’s vorige film Inglorious Bastards lijkt namelijk moeilijk te evenaren. Gelukkig blijkt Django prima op zijn eigen benen te kunnen staan. Dit keer speelt het spektakel zich af in het Amerika van 1858 (2 jaar voor de burgeroorlog) en laat een rauw beeld zien van slavernij in het niet zo oude Wilde Westen.
Django (Jamie Foxx) is een nigger met pit met het nobele doel zijn vrouw te redden, maar kan natuurlijk niks beginnen als slaaf zijnde. Insert Christoph Waltz, die als de briljante premiejager Dr. King Schultz Django onder zijn hoede neemt en langzaam maar zeker een plan vormt om Django weer te herenigen met zijn (Duitse, hoe ongeloofwaardig dat ook klinkt) prinses. De film duurt lang met zijn 165 minuten en bestaat het eerste deel uit ontzettend leuke buddy-cop tussen Django en Dr. Schultz. Daarna bouwt de film op naar de onvoorkomelijke climax in Candyland, de plantage van monsieur Candie, een glansrol voor Leonardo DiCaprio.
Wanneer je Django opzet moet je je wel wapenen tegen het grove taalgebruik (de hoeveelheid nigger en motherfucker maken dit een moeilijke film om in het openbaar na te bespreken) en het geweld tegen de slaven, waarvan je weet dat het aan de orde van de dag was in het Amerika van tijd. Daarvoor krijg je wel langdurig vermaak wat nergens sloom wordt, een film die makkelijk met je vrienden bekeken kan worden met voldoende bier op de koffietafel en een verrassend goede soundtrack.